Laatste nieuws:
Meer dan 1 op de 10 wagens heeft defecte of slecht afgestelde lichten

Meer dan 1 op de 10 wagens heeft defecte of slecht afgestelde lichten

In het kader van het winteruur – op zondag 29 oktober draaien we de klok een uurtje terug – controleerde het VAB-Diagnosecentrum 1000 voertuigen en stelde daarbij vast dat 7 procent van de voertuigen rondrijdt met één of meerdere defecte lichten en 3,4 procent van de voertuigen met slecht afgestelde lichten. VAB roept op om zélf tijdig de verlichting van je wagen te controleren.

Zien en gezien worden

Elk jaar na de omschakeling van het zomeruur naar het winteruur stijgt het aantal letselongevallen in de avondspits. Omdat de avondspits zich dan deels in het duister afspeelt, is het belangrijk dat de autoverlichting goed functioneert en je die tijdig inschakelt. Het is immers niet alleen belangrijk om goed te zien, maar ook om gezien te worden. Mobiliteitsorganisatie VAB controleerde in haar diagnosecentrum 1000 voertuigen.

De vaststellingen van VAB
  • 7% van de voertuigen rijdt rond met één of meerdere defecte lichten
  • 4% van de voertuigen rijdt rond met slecht afgestelde lichten

Nochtans zijn goed werkende en juist afgestelde lichten cruciaal als je in het donker rijdt. Op die manier verklein je het risico om tegenliggers te verblinden. Als de lichten te hoog zijn afgesteld, dan is het zicht op de weg niet optimaal. Bovendien stoor je tegenliggers. Te laag afgestelde verlichting zorgt er dan weer voor dat het gezichtsveld te kort is en je obstakels op de weg moeilijk en/of te laat ziet.

Opgelet: de afstelling van je lichten is ook afhankelijk van de laadtoestand van je voertuig. Is je wagen zwaar geladen, dan kan het nodig zijn om de stand van je lichten aan te passen.

Wat zegt het verkeersreglement?

-Dimlicht (het ‘gewone’ licht) en achterlicht: verplicht om te ontsteken vanaf het moment dat je niet meer verder dan 200 meter kunt zien.
-Mistlicht achteraan: het gebruik hiervan is verplicht vanaf het moment dat door specifieke weersomstandigheden (mist, hevige sneeuwval of felle regen) de zichtbaarheid minder dan 100 meter bereikt. In andere omstandigheden is het mistlicht verboden. Tijdig die verlichting uitschakelen dus. Voormistlichten zijn niet verplicht, maar wie ze heeft, mag ze énkel gebruiken bij mist, sneeuw of felle regen.

Tips van de VAB-wegenwachters

1. Controleer zelf of al je lichten werken
Bij het VAB-Diagnosecentrum merken ze dat er heel wat voertuigen rondrijden waarvan één of meerdere lichten niet werken, zonder dat de bestuurder dat wist. Zet daarom jouw autolichten aan en wandel eens rond je wagen. Te omslachtig? Je kunt dit ook vanuit je auto checken. Rij tot een drietal meter van een muur, poort of raam en zet de lichten aan om te zien of ze werken. Keer je wagen en controleer via de achteruitkijkspiegel de achterlichten. Zo weet je meteen ook of de remlichten werken.

2. Check of je lichten gelijk afgesteld staan
Wil je weten of je lichten gelijk afgesteld staan, parkeer je dan op een vlakke ondergrond, haal alle zware spullen uit je wagen en controleer of de bandenspanning correct is. Als je een horizontale lijn op de muur of de poort volgt, dan kun je zien of beide lichtstralen op eenzelfde hoogte komen. Wil je weten of jouw verlichting op een juiste hoogte afgesteld staat, laat je dat het best controleren door een specialist.

3. Zet (manueel!) je dimlichten aan
De klok een uur terugdraaien betekent ook dat het vroeger begint te schemeren. Het is dan nog te licht voor automatische dimlichten, maar al te donker voor de dagrijlichten. Veel recente auto’s zijn uitgerust met automatische verlichting, waarbij een lichtsensor automatisch de dimlichten zal ontsteken als het te donker wordt. Veel automobilisten rekenen op deze automatische verlichting. Echter, in sommige gevallen zoals bij regenweer of mist (slechte zichtbaarheid maar nog helder weer), zullen de dimlichten niet automatisch aangaan. Met als gevolg dat je niet goed zichtbaar bent voor achterliggend verkeer. Controleer daarom steeds manueel of je dimlichten bij deze omstandigheden aanstaan. Bij de dagrijlichten springen de achterlichten bij heel wat modellen trouwens niét automatisch mee aan. Dat is niet verplicht.

Wist je dat?!

Als je je auto veilig wilt parkeren op een donkere weg, dan kun je ervoor zorgen dat het zogenaamde parkeerlicht gaat branden. In dat geval gaat vooraan het standlicht branden en schiet ook het achterlicht aan. Maar hoe schakel je dat parkeerlicht nu in? Wel, als je auto uitgeschakeld is en je zet een richtingaanwijzer aan, dan zal het parkeerlicht van je wagen aan die kant, zowel voor- als achteraan, beginnen branden.

Bron: VAB
Foto: Pixabay

Facebook50
Twitter
Follow Me
Tweet