Fietsongevallen niet altijd de fout van een ander

Fietsongevallen: niet altijd de fout van een ander

Meerdere recente studies van o.a. UZ Gent, de VUB, de universiteit van Utrecht en Vias hebben gepolst naar de meest frequente oorzaken van fietsongevallen. Anderzijds heeft het Brussels Gewest ook berekend dat het aantal fietsongevallen in zijn regio met 123% is gestegen tussen 2011 en 2019.

Externe factoren, maar ook het rijgedrag van de fietsers

Uit tal van dergelijke studies blijkt dat een deel van de ongevallen te wijten is aan externe factoren zoals de andere weggebruikers, in het bijzonder de bestuurders van auto’s en vrachtwagens, het wegdek, gebrek aan fietspaden of de weersomstandigheden. Maar andere factoren hebben de fietsers zelf in de hand of kunnen aan de basis liggen van een ongeval, zoals het al dan niet dragen van een fietshelm en aangepaste kledij, de zichtbaarheid (reflectoren), het niet naleven van de verkeersregels (verkeerslichten, naast de fietspaden rijden, …) en roekeloos rijgedrag (snelheid, door het rood licht rijden, gebruik van alcoholische dranken, …). In deze coronatijden hebben ook veel mensen gekozen om zich met de fiets te verplaatsen. Sommigen zijn dit echter niet gewoon, zeker niet in stedelijke gebieden, waar de fietser zich vaak een weg moet banen tussen het drukke verkeer.

Hoe verklein je het risico op een ongeval met je fiets?

Op basis van de bevindingen van bovenstaande studies, geven we enkele tips en aandachtspunten mee om als fietser zo veilig mogelijk deel te nemen aan het verkeer:
-Zorg ervoor dat je fiets in orde is (remmen, bel, banden, batterij van de elektrische fiets, …), conform de verkeersregels en voldoende zichtbaar (lichten, reflectoren, …).
-Draag aangepaste kledij (stevige schoenen, reflecterende kleding, fietshelm).
-Leef de verkeersregels na, respecteer de rijrichting en rij niet door het rood licht (tenzij dit met een specifiek verkeersbord wel aan de fietsers wordt toegestaan).
-Respecteer de andere weggebruikers: let op de voetgangers en zij die een ander soort zachte mobiliteitstoestel gebruiken (bvb. steps, éénwielers, hoverboards,…). Maak je kenbaar (of hoorbaar) door je bel tijdig te gebruiken, wanneer je een dergelijke zwakke weggebruiker inhaalt.
-Wees altijd op je hoede wanneer je op de weg bent, naast of tussen de auto’s, bussen en vrachtwagens. Studies wijzen uit dat de autobestuurders en fietsers moeite hebben om elkaars snelheid juist in te schatten.
-Anticipeer op het rijgedrag van de ander.
-Verken het traject dat je regelmatig gaat volgen om bvb naar het werk of om naar school te gaan. Let hierbij op de gevaarlijke plekken, drukke overgangen, enz.
-Let op als je in winterse omstandigheden met de fiets de baan op moet.
-De herfst is meestal een gevaarlijk seizoen voor de fietser: de dagen worden korter en het weer kan snel omslaan. Wees dan alert op om goed zichtbaar te blijven.
-Als weggebruiker drink je geen alcohol, neem je geen drugs of verdovende middelen.
-Zorg ervoor dat je het omringende verkeer goed ziet en vooral ook goed hoort. Oortelefoontjes, oordopjes of koptelefoons, die het je moeilijk of onmogelijk maken om het verkeer te horen, zijn uit den boze.
-Let op een laaghangende en verblindende zon of momenten met lage zichtbaarheid (nevel of mist).
-Het spreekt voor zich dat het niet de bedoeling is om te rijden zonder het stuur vast te houden, tijdens het fietsen foto’s te maken of op een smartphone te surfen!
-Denk aan de dode hoek van de wagens en in het bijzonder ook van vrachtwagens. Let bijzonder goed op wanneer dergelijke weggebruikers van rijrichting veranderen.
-(Nieuwe) fietsstroken op de openbare weg zijn niet altijd goed gekend door de automobilisten. Ook niet door degenen die in de buurt wonen of er regelmatig passeren. Ze bieden dus niet automatisch een extra bescherming aan fietsers!

Bron: Europ-assistance.be
Foto: Pixabay

Facebook65
Twitter
Follow Me
Tweet