De wanmaker - een oud ambacht en vergeten beroep

Oude en vergeten beroepen van vroeger: de wanmaker

In een tijd waarin machines nog niet bestonden, waren ambachtslieden onmisbaar in het dagelijks leven. Eén van die bijzondere beroepen uit vervlogen tijden is dat van de wanmaker. Deze vakman vervaardigde met de hand zogeheten wannen: platte, ronde manden waarmee boeren het koren van het kaf scheidden. Het ambacht vereiste kennis, geduld en vaardigheid in het traditioneel vlechtwerk.

Wat is een wan?

Een wan is een platte mand met een diameter van 90 tot 100 centimeter, voorzien van twee handvatten. Boeren gebruikten deze wannen om, door ritmisch te schudden en op te werpen, het lichte kaf van het zwaardere graan te scheiden. De wind blies de kafjes weg, terwijl het graan achterbleef in de wan.

De eenvoudige gereedschappen van de wanmaker

Vanaf de 16de eeuw gebruikten wanmakers een beperkt aantal hulpmiddelen om hun ambacht uit te oefenen. Dit waren onder meer:

  • Een houten of ijzeren klem om wilgentenen te schillen
  • Een scherp mes om takken af te snijden
  • Een gewicht om het vlechtwerk op zijn plaats te houden
  • Een klopijzer in diverse vormen, om de lagen stevig aan te kloppen
  • Een priem om losse tenen in te steken
  • Een snoeischaar voor het net afwerken van de uiteinden

De wanmaker werkte op een laag, schuinstaand bankje van dik hout. Sommige werkbanken hadden een ingebouwde draaischijf, zodat de mand tijdens het vlechten eenvoudig kon worden gedraaid. De vakman zelf zat daarbij op een klein krukje, dicht bij het werkstuk.

Het ambachtelijke vlechtwerk

Hoewel het beroep van wanmaker vooral met mannen wordt geassocieerd, werkten vrouwen vaak mee in het familiebedrijf. Vooral het fijne vlechtwerk werd regelmatig door vrouwenhanden uitgevoerd, ook al verschenen hun namen zelden in de officiële gildeboeken.

Voor het vlechten werden wilgentenen gebruikt, die eerst moesten worden ingeweekt voor een optimale buigzaamheid. Het werk begon met het maken van een stevig kruis van sterke takken, als basis voor de bodem. Vervolgens werd de mand laag voor laag omhoog gevlochten.

Een bijzonder detail was de afwerking van de rand: met een 2 mm dikke en 3 tot 5 centimeter brede strook bast van de Ratelpopulier werd een sterke, esthetische band gevlochten. Dit gaf de wan zijn kenmerkende uiterlijk en duurzaamheid.

Gebruik en verval van de wan

De wan werd vooral gebruikt ná het dorsen van het graan. Met een ritmische beweging liet de boer het graan telkens van de bodem loskomen, terwijl de wind zijn werk deed. Deze oude techniek bleef in gebruik tot ver in de 19e eeuw, toen mechanisatie steeds meer ambachtelijke processen overnam.

Een vergeten beroep met diepe wortels

Vandaag de dag is de wanmaker een vergeten beroep. Toch herinnert het ambacht ons aan een tijd waarin elk gebruiksvoorwerp met zorg, precisie en vakmanschap met de hand werd gemaakt. De kennis van het vlechten en het gebruik van natuurlijke materialen zoals wilg en populier maken de wanmaker tot een prachtig voorbeeld van het erfgoed van de oude ambachten.

Paul Witters

Benieuwd naar meer oude beroepen? Lees ook onze andere artikelen in deze reeks en ontdek hoe het dagelijks leven er vroeger uitzag.