De eikenprocessierups zorgt elke zomer opnieuw voor overlast. De brandharen van deze rups kunnen jeuk, huidirritatie en ademhalingsproblemen veroorzaken. Het lokaal bestuur Wuustwezel kiest bewust voor een ecologische aanpak, waarbij de natuur zelf meehelpt in de bestrijding.
Biodiversiteit versterken
Op woensdag 2 juli plaatste de gemeentelijke groendienst honderd nieuwe vleermuiskasten langs verschillende wegen met veel eiken, zoals de Brechtseweg, Sint-Lenaartseweg, Steenoven en Witgoorsebaan. Leuk lokaal weetje: die houten kasten werden gemaakt door leerlingen van BuSO Berkenbeek. “Met deze vleermuiskasten willen we de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups alle kansen geven”, zegt schepen van duurzaamheid Kris Van Looveren (CD&V). “We versterken de biodiversiteit en grijpen in op de cyclus van de rups, nog voor het probleem zich stelt.”
Natuurlijke cyclus onderbreken
De rupsen ontwikkelen zich in het voorjaar (vanaf april) en verpoppen daarna tot nachtvlinders, die in de zomer (juli en augustus) uitvliegen. Die nachtvlinders leggen vervolgens de eitjes voor het volgende seizoen. Door in te grijpen in deze cyclus kan de populatie van het volgende jaar al sterk verminderd worden. “Vleermuizen spelen vooral een rol in het wegvangen van de nachtvlinders”, legt schepen Van Looveren uit. “Door hen extra schuilplaatsen te geven, stimuleren we deze natuurlijke bestrijders. Zo zetten we in op preventie, in plaats van enkel te bestrijden wanneer de overlast al groot is.”
Ecologisch totaalpakket
De vleermuiskasten maken deel uit van een breder ecologisch beleid dat het lokaal bestuur Wuustwezel al meer dan tien jaar voert in de strijd tegen de eikenprocessierups. Chemische bestrijdingsmiddelen (biociden) worden bewust niet gebruikt. In plaats daarvan wordt gewerkt met verschillende natuurgerichte maatregelen:
– Nestkastjes voor mezen: Mezen eten jonge rupsen, nog vóór die hun brandharen ontwikkelen. De gemeente plaatste al 300 nestkastjes, waarvan 85% bewoond is. Tijdens het broedseizoen eten jonge mezen soms tot 900 rupsen per dag.
– Houtwallen en bosjes: Deze creëren schuil- en nestgelegenheid voor vogels, kevers, reptielen en andere nuttige insecten die de rupsen eten.
– Ecologisch maaibeheer: De groendienst gebruikt een ecomaaier, die horizontaal maait en insecten en kleine dieren in de bermen spaart.
– Oude nesten laten hangen: Waar het veilig kan, worden oude nesten niet meteen verwijderd. Hier ontwikkelen zich natuurlijke vijanden zoals sluipvliegen en kevers, die hun eitjes leggen in de rupsen en zo de cyclus doorbreken.
– Wegzuigen bij hoge plaagdruk: Als de overlast toch groot wordt, worden nesten professioneel weggezogen om verdere verspreiding te voorkomen.
Biodiversiteit als sleutel
“Dit jaar hebben we geen enkele boom moeten behandelen, mede dankzij het goede werk van onze groendienst”, vertelt de schepen. “Enkel op de Hoogstraatseweg, een gewestweg die onder het beheer van Agentschap Wegen en Verkeer ligt, was sprake van een grotere plaag. We zoeken samenwerking met het Vlaams gewest om ook langs gewestwegen mezenkastjes op te hangen en bermen ecologischer te beheren.”
Meer biodiversiteit
“Niet de eikenprocessierups op zich is trouwens het probleem, maar de manier waarop onze omgeving is ingericht,” benadrukt Van Looveren. “Monoculturen van eiken, weinig variatie in groen, en een tekort aan natuurlijke vijanden creëren een kwetsbaar systeem. Door meer biodiversiteit te stimuleren, maken we onze gemeente weerbaarder tegen deze en andere plagen.”
Robuuster ecosysteem
Het lokaal bestuur Wuustwezel wil met deze maatregelen bouwen aan een robuuster ecosysteem, waarin de overlast door de eikenprocessierups op termijn vanzelf afneemt. “We kiezen voor samenwerking met de natuur, niet tegen de natuur”, besluit de schepen.
Bron en foto’s: Lokaal bestuur Wuustwezel