In een tijd waarin supermarkten op iedere straathoek te vinden zijn en online boodschappen steeds populairder worden, klinkt het bijna onvoorstelbaar dat er ooit een beroep bestond waarbij winkeliers met een boot van klant naar klant voeren. Toch was dat het werk van de parlevinker, een varende middenstander die op rivieren en in havens goederen verkocht aan schippers en hun gezinnen.
Het beroep is inmiddels praktisch uitgestorven, maar verdient het om herinnerd te worden als een typisch voorbeeld van ondernemerschap op het water.
Wat was een parlevinker?
Een parlevinker, ook wel zoetelaar genoemd, was een varende winkelier die levensmiddelen, huishoudproducten en soms ook luxe artikelen aanbood aan binnenschippers. De term “parlevinker” werd voornamelijk op de rivieren gebruikt, terwijl men in havens vaker sprak van een kadraaier of kaaidraaier. Deze ondernemers legden met hun eigen boot aan bij schepen die onderweg waren op de grote rivieren zoals de Rijn, Maas en Schelde. Omdat schippers vaak dagenlang onderweg waren, en nauwelijks de kans hadden om aan land inkopen te doen, boden parlevinkers een welkome service: een drijvende supermarkt aan huis, of beter gezegd, aan schip.
Parlevinkers verkochten een breed scala aan producten. Van verse groenten en fruit tot melk, brood, sigaretten, wasmiddel, koffie, kleding en zelfs speelgoed voor de kinderen van schippersfamilies. Vaak kende men zijn klanten persoonlijk. De relatie tussen parlevinker en schipper was dan ook veel meer dan die tussen winkelier en klant; het was een vorm van sociaal contact in een eenzaam beroep. Voor de kinderen aan boord betekende de komst van de parlevinker vaak een feestje.
De opkomst en bloei
Het beroep kende zijn hoogtepunt in de eerste helft van de twintigste eeuw. In de jaren ’50 en ’60 waren er in Nederland en België tientallen parlevinkers actief. Hun schepen waren meestal kleine motorschepen, ingericht met stellingen en koelruimtes. In de beginperiode gebeurde alles handmatig, maar later werden de boten moderner en beter uitgerust.
Een bijzondere troef van de parlevinkers was hun fiscale positie. Ze mochten op de rivieren belastingvrije accijnsgoederen verkopen, zoals alcohol en tabak. Dit voordeel maakte het mogelijk om met relatief lage prijzen concurrerend te blijven, ondanks de hoge brandstofkosten en het arbeidsintensieve karakter van het beroep.
De ondergang van een beroep
Toch begonnen de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw donkere tijden in te luiden voor de parlevinkers. De professionalisering van de binnenvaart, betere bevoorradingsmogelijkheden in havens en de opkomst van mobiele telefonie (waardoor schippers makkelijker vooruit konden plannen) maakten de diensten van de parlevinker minder noodzakelijk. De omzet daalde en steeds meer ondernemers beëindigden hun activiteiten.
Het definitieve einde werd ingeluid door het intrekken van de fiscale vrijstelling op accijnsgoederen. In 1998 maakte het Ministerie van Financiën bekend dat het belastingvoordeel niet langer houdbaar was in het licht van Europese regelgeving en de bestrijding van mogelijke fraude. Hoewel er nooit bewijs was dat parlevinkers massaal fraude pleegden, werd de regeling afgeschaft. Voor veel ondernemers was dit het nekschot: zonder het prijsvoordeel konden ze niet langer concurreren met reguliere winkels of tankstations langs het water.
Op dat moment waren er in België nog slechts 15 ondernemingen actief in deze branche, met in totaal ongeveer 150 werknemers. Binnen enkele jaren verdwenen ook deze laatste varende winkels uit het straatbeeld – of beter gezegd: uit het rivierbeeld.
Erfgoed op het water
Hoewel het beroep is verdwenen, leeft de herinnering aan de parlevinker voort in musea en verhalen van oud-schippers. In sommige binnenvaartmusea zijn nog ingerichte parlevinkersschepen te bezichtigen, compleet met authentieke inrichting en voorraad uit vervlogen tijden. Ook in taal en literatuur duikt de term nog wel eens op, als symbool van een ondernemende en flexibele geest.
De parlevinker staat symbool voor een tijd waarin dienstbaarheid, mobiliteit en persoonlijk contact de pijlers waren van een succesvol beroep. Een verdwijnend stukje erfgoed dat ooit een onmisbare schakel was in het leven op de rivier.
Paul Witters