Essen vroeger en nu - Angèle Beernaert vertelt

Essen vroeger en nu. Angèle Beernaert vertelt!

De vader van Angèle Beernaert (95) woonde in West-Vlaanderen en kwam naar de provincie om bij het spoor te werken. Hij ontmoette zijn toekomstige vrouw in Essen en samen mochten ze drie kinderen krijgen.

Molenstraat

“We woonden in de Molenstraat in het huis van mijn grootouders”, vertelt Angèle Beernaert (95). “Mijn grootmoeder had een beroerte gehad en moest met alles geholpen worden, ze kon ook niet meer praten. Daarom was mijn moeder altijd thuis. Ze ontmoette mijn vader en is met hem getrouwd. Na hun huwelijk zijn ze in het ouderlijk huis, bij mijn grootmoeder dus, blijven wonen. Ze kregen drie kinderen, twee jongens en een meisje en ik ben de middelste.”

Sinterklaas en Kerstmis

“Toen ik klein was, leefden we naar Sinterklaas toe. We zetten onze schoen met een wortel er in en zongen liedjes voor de kachel. Als cadeautje kreeg ik een keer een kinderserviesje en een deel daarvan heb ik nu nog. Sint kwam met zijn Zwarte Pieten op school, dat was heel spannend, maar ik ben nooit bang van ze geweest. Kerst was een sereen feest bij ons thuis. We hadden een kerstboom, die we mooi versierden. We gingen naar de kerk in de Nieuwstraat en soms ook naar de avondmis. De kerstmaaltijd was wat uitgebreider dan onze normale maaltijden en we vierden het gewoon samen als gezin.”

Kleding maken

“Tot mijn twaalfde ging ik in de Kloosterstraat naar school en daarna tot mijn vijftiende naar de naaischool. Toen ik van school kwam ben ik bij Van Noten gaan werken waar ik kleding maakte. Dat was op de hoek van de Stationsstraat en de Burgemeester Kenisstraat. Dat heb ik twee jaar gedaan en ben toen bij De 4 Weverkens in de Essendonk gaan werken. In de oorlog was er bijna geen eten en drinken en werd er veel gesmokkeld. Mijn vader deed dat soms ook, maar heel veel heb ik niet van de oorlog gemerkt. Ik ging ook gewoon naar school.”

Al jong weduwe

“Mijn eerste man woonde in het huis achter ons. We trouwden en mochten een dochter krijgen. Mijn man was schrijnwerker bij Van Riel & Van den Bergh in Antwerpen. Hij overleed op vrij jonge leeftijd aan kanker. Na zijn overlijden ben ik een jaar of vijf alleen geweest. Mijn tweede man woonde een straat bij me vandaan en we kenden elkaar al lang. Hij werkte bij het spoor en op mijn 35ste zijn we getrouwd en in de Molenakkerstraat gaan wonen. Hij wilde dat ik stopte met werken bij De 4 Weverkens, hij zei: ‘Dat hebben we niet nodig.’ Ook hij overleed tot mijn grote verdriet op vrij jonge leeftijd aan kanker.”

Verhuizing naar Sint-Michaël

“Mijn eerste man was erg rustig, mijn tweede man zong, speelde toneel, hij deed van alles en betrok me overal bij. Zoveel, dat ik ook toneel ging spelen. Na zijn overlijden ben ik daarmee gestopt, ik had er geen zin meer in. Ik miste hem enorm en nu nog. Tot mijn 91ste ben ik in ons huis blijven wonen, maar werd steeds hulpbehoevender. Mijn dochter zei uiteindelijk: ‘Moeder, u kunt hier niet blijven wonen.’ We hebben besloten dat het beter was als ik ging verhuizen naar Sint-Michaël.”

De ene dag beter dan de andere

“In het begin dat ik hier woonde had ik er wel moeite mee. Het is niet je thuis en dat heeft best lang geduurd. Maar alleen wonen kon niet meer, dus ik had geen keuze. Ik moest het aanvaarden en de ene dag is beter dan de andere. Ze zijn hier erg goed voor me en als er iets is zijn ze er direct bij. Mijn dochter en schoonzoon komen vaak langs en mijn kleindochter ook als het uitkomt met haar werk.”

Essen vroeger en nu

“Essen is moderner en beter geworden. Vroeger had je alleen maar kleine winkels en nu supermarkten waar je alles in een keer kan kopen. Het verkeer is drukker en ook gevaarlijker geworden en er is veel meer bebouwing. De saamhorigheid is ook veel minder, dat is wel jammer.”

NN

Facebook58
Twitter
Follow Me
Tweet