Bea Vreugde (89) werd in Roosendaal geboren. Haar vader was fotograaf en had een fotozaak: Foto Rembrandt. Ze had een zus, die twee jaar ouder was en bij haar vader in de zaak werkte.
Oorlog
“Mijn moeder hielp zolang ze kon mee in de zaak, want ze had een slechte gezondheid met veel buikklachten, zoals haar galwegen, nierstenen, … Ze is ook niet oud geworden.”, vertelt Bea. “Ik ging naar de Zusters van de Molenstraat op school en daarna naar pensionaat Sint-Anna in Oudenbosch. We hadden, net als bijna iedereen, een moestuintje. De oorlog brak uit en het eten was op de bon, maar zo hadden we toch genoeg te eten. Als mensen waren overleden, wilden de nabestaanden soms nog foto’s van hun dierbaren en in plaats van geld, betaalden ze dan met eten of kleding. Mijn vader maakte ook foto’s van trouwerijen, die werden toen nog in de studio gemaakt en niet buiten.”
Nieuwe zaak
“Ondanks de oorlog gingen we gewoon naar school. Op 31 mei werden ons huis en de fotozaak gebombardeerd. Ze hadden het gemunt op de Amsterdamse Bank die naast ons was gevestigd, maar ze hadden zich vergist. We hebben daarna toen voornamelijk bij familie gewoond. Mijn vader huurde een pand in het centrum van Roosendaal en is daar een nieuwe zaak begonnen, die hij tot aan zijn pensioen heeft gehad. Daarna heeft mijn zus de zaak overgenomen. Na het pensionaat ben ik daar gaan werken, ik deed de winkel, zij de fotografie.”
Klassiek ballet
“Ik deed klassiek ballet, waar ik graag in was doorgegaan, en speelde viool. Elk jaar was er een revue met klassiek ballet en later revueballet in schouwburg De Kring in Roosendaal. Daar heb ik mijn man, Jan van der Eijken, leren kennen. Hij volgde hoger middelbaar en deed studentenwerk in De Kring. Ik ging zo op in het dansen, dat ik hem niet zag, maar hij zag mij wel. Ik was waarschijnlijk al verliefd op hem, maar was zoveel met ballet bezig, dat dat niet tot me doordrong.”
Slagerij en vleeswarenfabriek
“Op een keer vroeg hij of hij me naar huis mocht brengen en na het eerste kusje was ik verloren. We hebben twee jaar verkering gehad en zijn toen getrouwd. Jan had ondertussen een slagerij waar ik ging werken, in plaats van mijn schoonmoeder want die was ziek. We hadden ook een vleeswarenfabriek, met voornamelijk ham en gedroogde worst. Een heel andere branche dan fotografie, maar ik was er helemaal gelukkig en vond het geweldig.”
Dichter bij ziekenhuis
“We mochten twee prachtige zoons krijgen, Ludo en Pieter. Eind zestiger jaren zijn we naar Essen verhuisd, omdat we een vleeswarenfiliaal hadden op industrieterrein Rijkmaker. We waren het derde bedrijf dat zich daar vestigde en hebben een huis gebouwd op de Nieuwmoersesteenweg, precies tussen onze twee bedrijven in. De gezondheid van mijn man ging achteruit vanwege hart- en buikklachten en daarom hebben we de zaak overgedaan. Om dicht bij het ziekenhuis te zijn, zijn we naar een appartement in Brasschaat verhuisd.”
Verhuizing naar De Bijster
“Na tien jaar overleed mijn man en de kinderen wilden graag dat ik weer in Essen kwam wonen. Ik verhuisde naar een appartement in de Molenstraat, boven AU3. Maar op een gegeven moment wilde ik niet meer alleen wonen. Ik had schatten van buren, die op me letten me en me bijstonden, maar ik wilde niet afhankelijk van ze zijn, plus dat ik eigenlijk nog meer zorg nodig had. Toen ben ik naar De Bijster verhuisd, een heel goede zet, het kon niet beter en ik ben hier super tevreden. Ze zijn hier bezorgd, lief en er hangt een echte vriendschapssfeer in huis. Het is de ideale locatie, in de buurt van het centrum en het boerenbuiten.”
Essen vroeger en nu
“Ik vind Essen nog steeds een gezellig dorp en dat meen ik uit de grond van mijn hart. Omdat ik eerst op de Nieuwmoersesteenweg heb gewoond en daarna in het centrum, kan ik geen vergelijk treffen. Maar ik heb het nog steeds naar mijn zin.”
NN