Ergens diep in de Kempense bossen, in een oase van rust en groen, ligt een oord waar mensen voor elkaar zorgen. Het domein heet ‘De Mick’ en het werd door de Antwerpse socialisten in 1922 uitgekozen als de plek waar zij hun sanatorium zouden bouwen.
Een ‘sanatorium’ is een ziekenhuis speciaal voor tuberculose-patiënten, mensen die aan ‘de tering’ lijden, zoals toen werd gezegd. Het is een verhaal dat vandaag wellicht de wenkbrauwen doet fronsen. Sanatorium? Teringlijders? Is dat geen scheldwoord? We zijn de vreselijke ziekte van tuberculose (tbc) gelukkig grotendeels vergeten. Maar rond 1900 was dit een dodelijke ziekte, die tot een vijfde van de bevolking in haar greep had, de armsten eerst. Dokwerkers aan de haven van Antwerpen waren toen nog arme mensen en de tering bracht ravages teweeg in de kleine huisjes waar ze met hun familie samenhokten. De socialistische beweging van Antwerpen vond dat er iets moest gebeuren. Ze stichtten een vzw onder de welluidende naam ‘Heropbeuring’ en verzamelden geld en subsidies om een magnifiek gebouw neer te zetten. Tienduizenden zieken vonden de weg naar dit heerlijke domein en kregen steun en verzorging in hun moeilijkste momenten. Vandaag is tbc zo goed als weg, antibiotica heeft ons geholpen om die strijd te winnen. Maar het monumentale gebouw van De Mick staat er nog steeds, nu uitgebreid met een aantal moderne voorzieningen. Het zijn nog steeds de zwaksten die er terecht kunnen, degenen die het meest onze solidariteit en steun nodig hebben. Het zijn nu senioren en mensen met niet-aangeboren hersenaandoeningen (waaronder multiple sclerose). De Mick – of Sana De Mick, zoals vele Antwerpenaren het zich herinneren – staat al honderd jaar pal overeind als een levende getuigenis van solidariteit, uitgebeeld door het prachtige standbeeld van Albert Poels. Het wondere verhaal van een sanatorium, kliniek en zorgcentrum – een verhaal dat ontroerend is, soms ijzingwekkend, maar altijd hartverwarmend.
Een plaats voor ‘teringlijders’
De Mick is een kliniek en zorgcentrum, in de jaren 1920 opgericht door de socialistische Belgische Transportarbeidersbond (BTB) als een ‘sanatorium’ voor arbeiders met tuberculose (tbc). De Mick is dus oorspronkelijk een plaats voor ‘teringlijders’, zoals dat toen werd genoemd, en als Sana De Mick is het nog steeds gekend bij vele oudere Antwerpenaren. De tering is een longziekte die rond 1900 tot een vijfde van de bevolking treft en die fel woedt onder dokwerkers en zeelieden. Het is bovendien een besmettelijke ziekte, in vele gevallen met dodelijke afloop. BTB-medewerker Louis Antoine neemt zich het lot ter harte van deze zieke arbeiders en hun gezinnen en zet zijn schouders onder de vzw Heropbeuring die in 1923 een deel van het domein ‘De Mick’ in Brasschaat verwerft, een prachtige groene omgeving in de Kempense bossen. Hier zet de nog jonge Antwerpse architect Eduard Van Steenbergen een indrukwekkend modern gebouw neer, eerst in 1927 en later verruimd in 1934, een ware ‘symfonie van ijzer, beton en glas’. Het is een langgerekte vleugel met een rotonde in het midden. Achteraan geven de ziekenkamers voor 54 patiënten uit op het zuiden, met lange schuifdeuren die elke dag worden geopend voor de verplichte rustkuur. Tijdens de oorlog, in september 1944, wordt het gebouw van De Mick gebombardeerd. Gelukkig vallen er geen slachtoffers, vooral omdat hoofdgeneesheer Lardot het sanatorium op voorhand heeft laten evacueren. Maar het gebouw is onherroepelijk beschadigd. De Mick moet nu uitwijken naar noodgebouwen in Brecht. Maar de nieuwe directeur Pierre Van den Bergh blijft niet bij de pakken neerzitten. Er wordt een formidabele steunactie opgezet voor de wederopbouw, met een reuzentombola en feesten in het Sportpaleis. In 1953 wordt een nieuw en veel groter gebouw ingehuldigd dat plaats biedt aan 150 tot 200 bedden. De nieuwe De Mick wordt omschreven als ‘wellicht het modernste sanatorium ter wereld’ met een feestzaal voor 450 personen, operatiezaal, mortuarium, grootkeuken, radiografielokaal, enzovoort. Louis Major wordt in 1957 voorzitter van de Raad van Bestuur. Maar Sana De Mick wordt rond 1960 geconfronteerd met een fundamenteel probleem: door betere medicatie kan tbc nu vaker thuis behandeld worden en verdwijnt de ziekte grotendeels. Sanatoria worden overbodig. Onder directeur Jacques Van den Berghe wordt in de jaren 1970 een omschakeling gemaakt van sanatorium naar kliniek. In 1971 wordt de eerste ziekenhuispatiënt opgenomen, in 1985 verlaat de laatste sanatoriumpatiënt De Mick. Dat vereist enorme financiële inspanningen in de vorm van verbouwingen, maar ook omdat De Mick zijn missie getrouw blijft en kiest voor de meest hulpbehoevende patiënten (langdurige revalidatie, multiple sclerose, parkinson, enz.). In de jaren 1980 blijft Kliniek De Mick kreunen onder besparingen en de druk tot schaalvergroting. Directeur Maria Torfs werkt een masterplan uit voor een tweede omschakeling, nu van kliniek naar zorgcentrum. De eerste vleugels van het nieuwe woonzorgcentrum voor hulpbehoevende ouderen, goed voor 90 bedden, openen in 1995. Intussen wordt ook voor andere langdurig hulpbehoevenden zoals MS-patiënten een oplossing gezocht, wat in 2008 leidt tot de opening van De Vrije Vlinder, een zorgcentrum voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel. De resterende ziekenhuisbedden worden in 2014 onder directeur Ludo Van Kets ondergebracht bij AZ Klina. De Mick is nu een zorgcentrum geworden, gewapend voor de toekomst met een stevige expertise in de meest intensieve zorg.
Leven in De Mick
De missie van De Mick is steeds geweest om zieke arbeiders steun te verlenen en hen een menswaardige zorg te geven. Van bij de aanvang mocht De Mick geen hospitaal worden dat zou lijken op een kazerne of een kosthuis, maar een ‘huis dat het hunne is en waar zij broeders vinden die een troost zijn in de moordende ziekte die hen treft’. Tot vandaag heeft De Mick een reputatie als een plaats waar de mensen vriendelijk zijn en het eten goed is. Aanvankelijk heeft het sanatorium een eigen aardappel- en groentetuin en worden er kippen en varkens gekweekt. Tot in de jaren 1980 gebruikt de keuken varkens van eigen kweek. Reeds in de jaren 1920 heeft De Mick een ontspanningszaal met boeken, gezelschapsspelen, een piano en zowaar reeds een radio om te luisteren naar concerten en het wereldnieuws te volgen. Maar de voornaamste bron van ontspanning is natuurlijk het domein zelf, waar de patiënten lange verkwikkende wandelingen kunnen maken of uitrusten in een van de lighallen die her en der opgetrokken zijn. Bezoek wordt niet echt aangemoedigd – de tering is nog erg besmettelijk – en Sana De Mick ligt bovendien nogal afgelegen. Bezoekers kunnen een buurttram nemen van Antwerpen over de Bredabaan naar halte Polygoon in Marie-ter-Heide, maar dan is het nog een flinke drie kilometer stappen. Al snel worden voordrachten en later cabaretoptredens georganiseerd ter lering en vermaak en het kerstfeest groeit uit tot een jaarlijkse traditie. Aanvankelijk bestaat de behandeling vooral uit ‘lucht en liefde’. De longen van de zieke worden onderzocht en er wordt een spuugstaal afgenomen ter analyse en om te bepalen welke medicijnen zullen toegediend worden. Die analyse gebeurt met gebruik van proefdieren, cavia’s of ‘ratjes’, die gekweekt worden in kooitjes in de kelders van de Mickhoeve, een oude middeleeuwse hoeve op het domein van het sanatorium. Om half negen elke ochtend gaan de schuifdeuren van de ziekenzalen open, ongeacht het seizoen, voor de verplichte rustkuur. Na de middag worden de patiënten verwacht op het solarium op de dakverdieping, een ligterras in open lucht, voor nog een verplichte rustkuur die bovendien in stilte moet doorgebracht worden. Om de verveling te verdrijven kunnen spullen gekocht worden om te tekenen of te borduren. Wat de zieke arbeiders zelf vinden van deze wijze van kuren is niet echt bekend, maar er doen sterke verhalen de ronde over patiënten die wegglippen van het domein voor een bezoek aan het nabijgelegen dubieuze etablissement De Stal voor een versnapering of voor meer, gezien de werking van de verstrekte hoestsiroop die naar verluidt het effect heeft van een afrodisiacum. Van in de jaren 1930 staat een ULB-prof, dokter Fritz Noeninckx, De Mick bij. Het medisch personeel wordt na de oorlog geleid door hoofdgeneesheer Frederic Lardot, bijgestaan door dokter Lenoir, die op zijn beurt in 1987 wordt opgevolgd door de laatste hoofdgeneesheer, dokter Bert Bogaert. Tegen dan is de conversie naar een ziekenhuis reeds een feit. Paramedische beroepen, zoals ergotherapie en kinesitherapie, maar ook psychotherapie, logopedie, enzovoort, worden steeds belangrijker. Dokters blijven alsnog consultatie houden en dat is niet evident, want in De Mick worden ze uit vrije keuze forfaitair betaald. Het aantal verpleegkundigen en vooral zorgkundigen gaat met sprongen omhoog. In 1960 zijn er 15 verpleegkundigen in Sana De Mick voor ongeveer 200 sanatoriumpatiënten, in 2020 zijn er ruim meer dan 100 voltijdse eenheden verplegers en verzorgers in het woonzorgcentrum en in De Vrije Vlinder voor samen ongeveer 150 bewoners. Over het leven in De Mick zijn ontelbare verhalen te vertellen. Lees alles hierover op de website over de geschiedenis van De Mick: sanademick.be.
De vriendenkring van De Mick
Van bij de aanvang krijgt De Mick bijzonder veel steun. De Belgische Transportarbeidersbond (BTB) heeft altijd grote sommen geschonken aan het sanatorium, evenals andere takken van de brede socialistische beweging zoals, onder meer, de diamantbond. Maar ook gewone arbeiders en militanten doen massaal inspanningen. Er worden liederen gezongen in cafés, er wordt rondgegaan met collectebussen, er worden babelutten en wafels verkocht en de opbrengsten van feesten, duivenwedstrijden en voetbalmatchen worden afgestaan aan De Mick. Er zijn honderden van deze kleine steunacties vanaf 1909 tot lang na de Tweede Wereldoorlog. In 1953 wordt De Vriendenkring van De Mick opgericht, op initiatief van Louis Major. Voordien was er in de schoot van de BTB al een feestcomité actief dat in de jaren 1930 veel succes had met Vlaamse Kermissen in de Seefhoek. Staf Vansimaes wordt de feestbestuurder en later voorzitter, en zal het gezicht van De Vriendenkring blijven tot hij in 2003 wordt opgevolgd door Greet van Gool. De Vriendenkring begint bescheiden met een handvol afdelingen: Kiel, Borgerhout, Noord, Merksem, Brabo en Centrum. Op haar hoogtepunt begin jaren 1990 telt de vzw 15 afdelingen en 6500 leden. Bovendien trekt De Vriendenkring op de honderden cabaretavonden die ze organiseert elk jaar duizenden bezoekers. Er bestaat dus een uitgebreide gemeenschap rond De Mick. De Vriendenkring draagt in de jaren 1990 elk jaar 3 tot 5 miljoen Belgische franken over aan De Mick en na 2000 jaarlijks gemiddeld ongeveer 100.000 euro. Deze extra middelen laten De Mick toe om bijkomende werking en uitrusting te realiseren en op deze wijze haar identiteit als instelling van zorg en solidariteit te benadrukken. De inzet van zo vele medewerkers van De Vriendenkring is een uiting van solidariteit van de brede gemeenschap en maakt De Mick wijd en zijd bekend in het Antwerpse.
In de jaren 1950 organiseert De Vriendenkring honderden avonden met optredens van Vlaamse artiesten in volkshuizen en cinemazalen in Antwerpen en omstreken. Vanaf 1964 worden de optredens gebundeld in een zesdaags festival in het Kielpark onder de naam ‘Kleinkunstfestival’ (sinds 1990 ‘Showfestival’). Zowat de hele fine fleur van het Vlaamse lied is in het Kielpark gepasseerd, van Louis Neefs en Will Tura tot Helmut Lotti en Natalia. Gaston Berghmans heeft meer dan 300 keren opgetreden voor De Mick. Vanaf 1972 fungeert de Lou Roman Band zowat als het huisorkest van het festival. Voor het havenpatronaat en de beter begoeden is er een jaarlijkse Galavoorstelling in de Koninklijke Opera van Vlaanderen. De meest bezochte activiteit is ongetwijfeld het jaarlijkse tombolakraam op de Sinksenfoor van 1956 tot 1978, ook bekend als ‘het pikspel op de Leien’. En ook de afdelingen laten zich niet onbetuigd, met sociale activiteiten zoals bingo-avonden en barbecues, maar ook grotere acties, zoals de jaarlijkse feestmarkt op 1 Mei van afdeling Centrum op het Sint-Jansplein of de Vogelmarkt, of het vrijwilligerswerk in de kraampjes op Rock Werchter en Pukkelpop van afdeling Deurne-Merksem.
Zo draagt De Vriendenkring al 70 jaar bij aan een meer solidaire en warmere samenleving, en helpt De Mick om meer nog dan een loutere zorginstelling een thuis te zijn voor zijn bewoners, ingebed in de bredere samenleving.
Bron en foto’s: Sana De Mick