Rene Nelen vertelt over Esen vroeger en nu

Essen vroeger en nu. René Nelen vertelt!

René Nelen (96) woonde met zijn ouders, broer en zus in de Nolsebaan. Zijn vader was spoorwegbediende en zijn moeder werkte bij ’t Gildenhuys, waar ze bij huwelijksfeesten de vaste kokkin was.

Strenge schooltijden

“Ik ging naar de gemeenteschool. We hadden ook een paar meisjes in de klas, die niet naar de nonnen wilden, omdat ze niet gelovig waren”, vertelt René. “Dan was de gemeente verplicht die naar de gemeenteschool te sturen. De scholen waren vroeger veel strenger, je vertelde het ook niet als je op school straf had gekregen, want dan kon je thuis er nog eens straf bovenop krijgen. Nu zouden ouders klacht indienen als hun kinderen straf krijgen.”

Studie en oorlogsjaren

“Na de lagere school heb ik anderhalf jaar de vakschool, opleiding elektronica, in Antwerpen gedaan. De vakschool werd gerund door de Aalmoezeniers van de Arbeid. Die heb ik niet afgemaakt. Het was namelijk oorlog en toen Antwerpen bevrijd werd, was Essen dat nog niet en reden er geen treinen, dus geraakte ik niet in Antwerpen.”

“De Wildertse kermis bracht me niet alleen muziek, maar ook de liefde van mijn leven.”

Liefde op de Wildertse kermis

“Toen we weer naar Antwerpen konden reizen, ben ik daar anderhalf jaar bij een ijzergieterij gaan werken. Ik had een onkel die postbode in Kalmthout was, daar was een plaats vrij en ben daar gaan werken. Na een paar jaar kon ik in Essen als postbode aan de slag, omdat ik hier woonde. Rond mijn twintigste heb ik mijn vrouw Lydia De Backer leren kennen bij de Wildertse kermis. In elk café in Wildert speelde tijdens de kermis een bandje en ik ben met haar gaan dansen. Een kameraad van me leerde toen ook zijn vrouw kennen.”

Sfeerbeeld van een dorpskermis in vroegere tijden - niet de originele Wildertse kermis
Sfeerbeeld dorpskermis in vroegere tijden

Gezin en kinderen

“Op mijn 21ste zijn we getrouwd, Lydia was toen achttien. We hebben eerst drie jaar bij haar ouders gewoond in de Sint-Jansstraat, daarna verhuisden we naar de Moerkantsebaan. Haar vader herstelde fietsen en ook de eerste brommers. Hij verkocht tevens fietsen en Singer naaimachines. Mijn vrouw werkte bij wasserij Deckers in de Stationsstraat in Essen. We mochten drie kinderen krijgen, een dochter en twee zonen, een tweeling. Een van onze zonen is op zijn 44ste aan kanker overleden. Een zoon van hem, mijn kleinzoon, is op zijn 48ste ook aan kanker overleden. Ik heb nog een kleinzoon en -dochter en twee achterkleinkinderen, allebei meisjes.”

Passie voor vogels

“Vanaf mijn veertiende ben ik geïnteresseerd in vogels en spotte vogels en zwaluwnesten. Ik was lid en de ornithologische vereniging Wielewaal Noorderkempen en ben er later 25 jaar bestuurslid geweest. De vereniging is in 2000 gefuseerd met Vlaamse Natuurreservaten, waar Natuurpunt uit is voortgekomen. Ik hing nestkasten voor zwaluwen op bij de boer en aan huizen. Aan ons huis had ik er acht hangen. Dat deed ik samen met Wim De Bock.

Van observeren tot rondleidingen

“We verhuisden van de Moerkantsebaan en de nieuwe bewoners waren ook lid van Natuurpunt en lieten de kasten hangen. Die ging ik twee keer per week observeren als de gierzwaluwen terug waren, om te zien welke kasten bewoond werden en de jongen die uitvlogen. De verslagen die ik maakte, gaf ik aan Wim. We begonnen heel het jaar door vogels in de Kalmthoutse Heide te observeren. Zodoende kende ik het gebied heel goed en werd me gevraagd rondleidingen te doen, tot er voldoende natuurgidsen waren.”

Voetbal en verre reizen

“In de winter volgde ik de lokale voetbalclubs en daarna gingen we een pintje drinken bij café De Meeuw. Via de post konden we gratis op reis en onze echtgenoten betaalden de helft. Zo hebben mijn vrouw en ik heel Zuid-Europa doorgereisd. Op mijn zestigste ben ik met pensioen gegaan en had nog meer tijd voor mijn hobby vogels observeren. Omdat mijn vrouw dementie begon te krijgen, hebben we ons huis verkocht en zijn we naar de serviceflats in de Maststraat verhuisd.”

“Na zestig jaar huwelijk nam ik plots afscheid van Lydia, mijn grote liefde.”

Zorgen om de gezondheid

“Ze ging steeds meer achteruit en op een gegeven moment zei onze huisarts dat ze nog geen zes maanden meer thuis zou kunnen blijven wonen. Op de dag dat we zestig jaar getrouwd waren, vond ik haar ’s morgens dood in bed. Ik ben nog twaalf jaar in de Maststraat blijven wonen, tot ik gezondheidsproblemen kreeg. Ze dachten dat het mijn hart was, maar het bleek een schommelende bloeddruk te zijn. Ik ben toen een keer gevallen en kon niet meer opstaan.”

Een warm thuis in De Bijster

“Toevallig kwamen mijn zoon en dochter langs en die hebben er toen voor gezorgd dat ik naar De Bijster verhuisde. Dat was een prima besluit, want het is hier heel goed. Ze houden de mensen bezig en vangen ze geweldig op. Je hoeft maar te zeggen waar je trek in hebt en je krijgt het. Na het eten ’s avonds ook allerlei soorten fruit op tafel waar je uit kunt kiezen. Met je verjaardag mag je je feestmaaltijd samenstellen, die iedereen dan krijgt en ’s middags is er taart. Ik woon hier nu bijna twee jaar en heb er geen moment spijt van gehad!”

Essen vroeger en nu?

“Er zijn enorm veel woningen bijgekomen, veel landbouwgrond is omgezet in bouwprojecten en in de straten zijn veel nieuwe, chique huizen. Mensen zijn toch ook meer op zichzelf, vooral de Nederlanders, maar dat zijn weer meer natuurliefhebbers.

NN

 

13,6k volgers